Een slim beest zal beter zijn in het vinden van voedsel. Voor een vrouwelijke vogel is dit van belang in geval zij tot een soort behoort waarbij de man meehelpt bij het grootbrengen van de kleintjes. Hoe een vrouwtje kan vaststellen of een mannetje over de gewenste vaardigheden beschikt, was tot nu toe onbekend.
Met een experiment toonden Carel Ten Cate, hoogleraar gedragsbiologie aan de Universiteit Leiden, en drie collega’s aan dat vrouwelijke grasparkieten hun voorkeur voor een mannetje wijzigen als ze zien dat een andere kandidaat door het oplossen van een probleem toegang krijgt tot voedsel. Ze lieten vrouwtjes kiezen uit twee mannetjes. De ‘afgewezen’ mannetjes werd geleerd hoe ze een puzzeldoos met voedsel konden openen. Nadat de vrouwtjes hadden gezien hoe het getrainde mannetje de problemen oploste en dat het ongetrainde mannetje daar niet in slaagde, veranderden ze hun voorkeur en kozen ze voor de slimmere soortgenoot.
‘Wij hebben laten zien dat een dier aantrekkelijker wordt als je het een trucje leert waardoor het voor een ander lijkt dat het slim is’, zegt Ten Cate. Of dit ook bij andere vogelsoorten en bij zoogdieren het geval zal zijn, moet nader onderzoek uitwijzen. Ten Cate: ‘Je kunt je voorstellen dat het ook voorkomt bij andere soorten waarbij leerprocessen belangrijk zijn, zoals grote papegaaien en kraaiachtigen.’
Selectie op basis van cognitieve vaardigheden zal misschien ook een rol spelen bij andere soorten waarbij de mannetjes helpen bij het opvoeden van jongen.
De studie laat zien dat er bij partnerkeuze van dieren meer speelt dan alleen het instinctief reageren op paringssignalen zoals het tonen van een staart of het zingen. ‘Het kiezen van een partner is een ingewikkeld proces. Met dit experiment blijkt dat de vrouwtjes verschillende individuen niet alleen herkennen, maar ook onthouden wie het probleem wel en wie het niet heeft opgelost, Dit beinvloedt op een later moment hun keuzen. Het is bekend dat vrouwelijke vogels in de natuur selecteren op basis van fysieke kwaliteiten als kleur en zang. Doen zich in de natuur ook situaties voor waarbij mannetjes hun cognitieve vaardigheden kunnen demonstreren? Dat moet uit toekomstig onderzoek blijken.’